De weg – Guus Meeuwis
Uitvoerend artiest: Annet Nikamp
Kan nauwelijks wat zien, door de waas voor m’n ogen,
lijkt alles gelogen, al het mooie lijkt dood.
Ik heb zelfs de kracht niet, om op te geven,
al wil ik het niet, het leven gaat door.
We leefden ons leven, om samen te sterven,
de bergen beklommen, de dalen gedeeld.
In het diepst van de nacht, zelfs de zon laten schijnen,
niets wat niet kon, niets was te veel.
We wilden geloven, in het eeuwige leven.
Samen verscholen, in wanhopige troost.
We hebben de waarheid, zo diep als kon begraven.
Ik was één met een engel, zolang het mocht.
Waar jij verscheen,
scheen de zon met je mee.
Geen tijd voor verdriet,
maar elke dag omarmt.
En altijd vrolijk,
hoe jij dat voor elkaar kreeg,
met oneindig veel moed.
leven is niet fair.
De dans, gedanst, op een zilveren tapijt.
Met jou dicht bij mij, de verloren tijd beweend.
Doelloos verzonken, en dronken.
En niets dat niet mocht.
Wij twee door de tijd, de tijd heen.
Midzomernacht droom.
Waar jij verscheen,
scheen de zon met je mee.
Geen tijd voor verdriet,
maar elke dag omarmd.
En altijd vrolijk.
Hoe jij dat voor elkaar kreeg,
met oneindig veel moed.
Leven is niet fair.
Jouw stralende lach en je mooie gedichten.
Jouw tedere woorden, je onverwoestbaar krachtige wil.
Je hebt je noodlot, steeds het hoofd geboden.
Tot het eind geloofd in, jouw idee van geluk.
Jouw idee van geluk.
Ik ga niet weg, heb nog wat tijd gekregen.
Zal altijd maar doorgaan, tot aan het eind.
Heb je voor altijd, m’n hart gegeven.
Ik draag je bij me, tot het licht straks dooft.
Ik draag je bij me, tot het licht straks dooft